Landhuizen op Curacao

Landhuizen op Curaçao

In het voorjaar van 2022 heb ik een studiereis gemaakt naar Curaçao. Best een aangename studiereis kan ik wel zeggen. Heel bijzonder om op een tropisch eiland te zijn in het Caraïbisch gebied waar je over het algemeen goed met Nederlands terecht kunt.

Naast de relaxte sfeer die ik op het eiland heb ervaren vielen me ook de koloniale landhuizen op. Het deed me denken aan dit soort huizen in Zuid-Afrika.

Curaçao is eeuwenlang een kolonie van Nederland geweest. Hoewel Curaçao nu een zelfstandig land is bestaat er nog steeds een duidelijke band omdat zowel Curaçao als Nederland tot het Koninkrijk der Nederlanden behoren. De vroegere kolonisatie gebeurde omdat Nederlanders in de zeventiende eeuw manieren zagen om geld te verdienen aan dit ver weg gelegen eiland. De West Indische Compagnie (WIC) maakte van Curaçao een vrijhaven waarvandaan goederen en slaven verhandeld werden. Het eiland zelf werd verdeeld over particuliere eigenaren die er plantages starten. Op veel van deze plantages werd er een huis gebouwd dat vooral als onderdak gebruikt werd voor de plantage-eigenaar en zijn gezin. Enkele van deze landhuizen heb ik kunnen bezoeken omdat ze zijn opengesteld als entree van een natuurgebied, hotel/restaurant, museum of omdat ik zo brutaal was om ze te benaderen.

De huizen vallen op omdat zij op de wat hogere heuvels gebouwd zijn van het domein waar ze bij horen. Ik heb me laten vertellen dat juist deze hoge positie is gekozen om op deze wijze overzicht over de plantage te behouden. Hoewel de plantage in allerlei vormen en maten gebouwd zijn, hebben ze vaak wel een aantal overeenkomsten. Zo zijn ze vaak voorzien van een vrij nadrukkelijk aanwezige trapopgang voor de entree en zijn de daken veelal voorzien van typisch Nederlandse dakpannen. Alle gebouwen bestaan uit stucwerk. Veelal is dit stucwerk geschilderd in wit of zacht geel.

Santa Marthabaai met links op de heuveltop landhuis San Nicolas.

De gebouwen zijn functioneel gebouwd. Het bestaat uit een centraal gelegen, over het algemeen eenvoudige, woning met stallen en schuren rondom een ruim erf. Van mooie tuinen is haast nooit sprake. Omdat de natuur voor mij als bezoeker aan Curaçao al mooi genoeg, is vormt het omliggende landschap de ‘tuin’ bij het geheel.

Opvallend is dat haast alle beplanting die voorkomt op het eiland bestaat uit doornachtige bomen en struiken. Mogelijk dat dit komt omdat de voorheen veel gehouden geiten de overige beplanting hebben geminimaliseerd.

Op het moment dat de slavernij opgeheven werd sloten de plantages in rap tempo. Er waren immers geen slaven meer die de zware arbeid op het land deden. Bij het verdwijnen van de plantages verviel ook de rol die de plantagehuizen vervulden. De naam landhuis werd op dat moment inmiddels meer gebruikt dan plantagehuis en is nu eigenlijk de algemeen gebruikte benaming. In de loop der jaren is een deel van de voormalige plantagehuizen verdwenen. In sommige gevallen is er nog een ruïne over. Jarenlange achteruitgang van de staat van de overgebleven landhuizen werd in de loop van de tweede helft van de twintigste eeuw afgeremd. Men kreeg ineens het besef dat de landhuizen belangrijk historisch erfgoed zijn. Stuk voor stuk zijn er steeds meer landhuizen opgeknapt.

Landhuis Jan Kok

Dit landhuis ligt bovenop een heuvel en kijkt onder andere uit naar de zoutpannen van St. Marie Baai. In totaal was de plantage 345 hectare groot en hoewel er cultuurgewassen werden verbouwd, was het vooral de zoutwinning die inkomsten genereerden. Op het hoogtepunt van deze plantage waren er zo’n 100 slaven werkzaam. Een niet zo veel voorkomend spoor uit de tijd van de slavernij dat hier nog te vinden is, is de slavenklok. 

Landhuis Jan Kok in gebruik als galerie

Er is een mooi uitzicht vanaf het terras op de zoutpannen. In de zoutpannen komen flamingo’s voor.

Groot Santa Martha

Landhuis Groot Santa Martha dateert uit 1700 en wordt ook wel Landhuis Groot Sint Maarten genoemd. Het U-vormige, geelgekleurde landhuis is voorzien van een puntgaaf zadeldak met rode dakpannen. Er zijn overigens maar weinig landhuizen op Curaçao die U-vormig zijn.

Landhuis Groot Santa Martha ligt vlak in de buurt de van de baai van Santa Martha; de Santa Marthabaai oftewel Santa Martha Baai. Deze baai was gedurende de negentiende eeuw de belangrijkste plek voor zoutwinning op het eiland, er lagen prachtige zoutpannen in de baai. Landhuis Groot Santa Martha speelde een bepalende rol bij deze zouthandel.

Voorplein Groot Santa Martha

Klein Santa Martha

De Plantage Klein Santa Martha werd al voor het jaar 1700 gesticht en had een grootte van 480 hectare. Op de plantage werd landbouw (suikerriet en dividivi) en veeteelt bedreven. Daarnaast werden er wol- en zuivelproducten gemaakt. Bovendien werd er veel zout gewonnen. Samen met Landhuis Santa Martha en Landhuis San Nicolas was Landhuis Klein Santa Martha de grootste zoutproducent van Curaçao en produceerde rond 1910 meer dan zesduizend vatten zout per jaar. Dit zout werd geoogst in de zoutpannen van de nabijgelegen Santa Marthabaai.

Uitzicht vanuit Klein Santa Martha op de baai
Klein Santa Martha in gebruik als hotelrestaurant

Savonet

Plantage Savonet was een van de eerste plantages op Curaçao en omvatte, samen met plantage Zorgvlied, bijna 1.600 hectare land. Ze voorzag in wol, maïs, zaden, vlees en geelhout (als grondstof voor verf). In de tweede helft van de 19e eeuw liepen er 2.400 schapen, 850 geiten, 400 koeien en 60 varkens rond. De honderden slaven woonden in de nabijheid, in kleine hutten die helaas de tand des tijds niet hebben doorstaan.

Het oude landhuis werd in 1804 door de Engelsen in brand gestoken toen zij binnenvielen. Het werd in zijn oude luister hersteld in het begin van de 19e eeuw. De buitengebouwen van het koloniale landhuis Savonet liggen bij de entree van het Christoffelpark (natuurpark), rond 1662 gebouwd door Matthias Beck, onderdirecteur van de West Indische Compagnie.

Landhuis Savonet met bedrijfsgebouwen.